Eerst maakte het bedrijf onder de naam 'Slavia' tal van fietsmodellen met twee of drie wielen. In 1899 presenteerde Slavia zelfs de eerste motorfiets.

In 1905 volgde de eerste 'voiturette', die de initialen van de twee oprichters meekreeg. Deze wagen viel erg in de smaak door zijn uitstekende prijs-kwaliteitverhouding. Al snel werd het L&K-assortiment uitgebreid met sportieve en bedrijfsvoertuigen die voor die tijd absolute topprestaties leverden.
Toen de L&K-fabriek van Laurin en Klement in 1925 gedeeltelijk werd verwoest, fuseerde het bedrijf met een mechanische ingenieursgroep uit Pilsen : ŠKODA. Vanaf dat moment namen ze ook de naam van de groep over.

Voor de Tweede Wereldoorlog bouwde ŠKODA lichte, sportieve personenwagens van uitmuntende kwaliteit. Met deze modellen scoorde het merk uitstekend tijdens wedstrijden, zoals de legendarische overwinning tijdens de Rally van Monte Carlo in 1936. Die zeer rijke geschiedenis is bij ons echter minder bekend. Tot in de jaren 1970 verkocht ŠKODA namelijk nauwelijks auto's in West-Europa. Het eerste keerpunt kwam in 1987 met de productie van de Favorit, en kort daarna volgde de val van het IJzeren Gordijn in 1989. Maar vooral de samenwerking met Volkswagen in 1991, en drie jaar later de lancering van de ŠKODA Felicia en daarna de ŠKODA Octavia (het eerste model dat vanaf nul was ontworpen na de val van het IJzeren Gordijn), betekenden een wereldwijde impuls voor het merk. Vandaag de dag staat de productieteller op meer dan vijf miljoen Octavia's, en dat succes is nog lang niet voorbij.

Geheel volgens de huidige trends heeft ŠKODA zich ook op de ontwikkeling van elektrische wagens gestort.  Het nieuwste model, de ENYAQ, is in 2020 gelanceerd en wordt in primeur voorgesteld bij Autoworld.